Jan van Krieken van Huessen krantenknipsels & recensies..........
'Het navelperspectief van een gehandicapte’
Jan van Krieken en Bas Treffers in De Gele Rijder
Door: Carel Otten
Arnhem, ‘Je gaat je omgeving zien in navelperspectief. Het is alsof je van een spiegelreflexcamera overgaat op een boxje. Je ogen zakken een halve meter. De horizon komt dichterbij te liggen. Je waarneming wordt anders als je in een rolstoel terecht komt’, Deze ingrijpende ervaring van Bas Treffers uit Huissen sluiten goed aan bij de opvattingen van de kunstenaar Jan van Krieken. Volgens de kunstenaar is het onmogelijk om het over de werkelijkheid te hebben als een pasklaar gegeven. Niet wat iets is, is belangrijk maar hoe iets zich voordoet, is de filosofie van waaruit hij werkt. Bas Treffers en Jan van Krieken werken nu ongeveer anderhalf jaar aan een opmerkelijk project om de samenhang tussen beeld en het standpunt van waaruit het beeld wordt waargenomen, overdrachtelijk te maken. Jan, ooghoogte 168, verwerkt eigen ervaringen en die van Bas, ooghoogte 118, in tekeningen en aquarellen. Een eerste serie daarvan maakt deel uit van een omvangrijke expositie van het werk van Jan van Krieken, die tot 10 november in het Kunstcentrum De Gele Rijder in Arnhem is te zien.
Verschil
‘Wat ik wil is het verschil in werkelijkheid duidelijk maken, de betrekkelijkheid van het waarnemen. De meeste mensen denken dat iets is zoals het zich aan hen voordoet. Ik wil daarbij niet moraliseren of een boodschap brengen van “kijk nou eens wat zielig”. Het gaat me om de verschillen duidelijk te maken, het is een fascinerend gegeven om beeldend mee te werken’, aldus Van Krieken. Voor Bas Treffers, die werkzaam is als secretaris van de Algemene Nederlandse Invalidebond heeft de samenwerking met de kunstenaar een ruimere betekenis. ‘Met acht maanden kreeg ik polio. Ik heb jaren op krukken gelopen. Ik weet wel wat staan is. Zeven jaar geleden ben ik steeds minder gaan lopen en nu is het helemaal zitten geworden. Maar mijn werkelijkheid van nu is ook authentiek. Ik denk dat beeldende vormgeving een functie kan hebben in het bewustwordingsproces’.
Dominatie
Je komt de dominatie van de staande mens op alle levensgebieden tegen. Kijk maar naar de taal ‘Neerkijken op’en ‘opkijken naar’ hebben naast de letterlijke, een zedelijke betekenis. Arrogantie en onderdanigheid zijn directe associaties met deze begrippen. Ook in bouwkunst zie je invloed van de staande mens, de maten voor een baseliek zijn afgeleid van de staande mens. Het bouwen richting hemel ooit mislukt in Babel, is met onze bouwkundige beperkingen toch altijd doorgegaan en veel schoons bevindt zich in het plafond in de nok of in de toren. In zo’n kerk wordt door de toeristen overwegend omhoog gekeken. In de ontmoeting met zijn medemens is de rolstoeler een chronische kathedraal bezoeker: altijd omhoogkijkend.
Harder
In winkels gaan mensen jij en jou tegen je zeggen. Zelf ga je harder praten om te zorgen dat mensen naar je luisteren. Ik denk dat er door de gehandicapten niet zo over wordt nagedacht wat het verschil in ooghoogte in gedrag betekent. Een winkeljuffrouw die je ook nog eens over de bol strijkt, denkt er al helemaal niet over na, ‘zegt Bas Treffers’.
Hautree
‘Voor mij is het meest essentiële het bewust worden van de werkelijkheid van het waarnemen. Ik ga me ook verdiepen in het werk van Toulouse Lautrec die door zijn handicap ook vanuit een soort navelperspectief werkte’ aldus Jan van Krieken, die werd opgeleid aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem en naast vrij kunstenaar ook werkzaam is als creatief therapeut in het Nijmeegse Sint Radboudziekenhuis. In de Gele Rijder is naast het resultaat van de samenwerking met Bas Treffers ook ander recent werk van Jan van Krieken te zien. Zo is er een serie in dagboekvorm, neerslag van spontaan gekozen voorwerpen, plaatjes, foto’s waar de kunstenaar tegen aan liep en die tot logische kunstwerken zijn samengebracht. Het meest boeiend is wel de serie waarin gebruik wordt gemaakt van beeldcitaten van de schilder René Magritte, wiens opvatting over het realisme Jan van Krieken zeer aanspreekt.
'Integriteit is kwaliteit'
Door: Gabrielle de Nijs Bik
Jan van Krieken (Deventer 1942) woont in Huissen. Naast zijn beeldende kunstenaarsschap is hij werkzaam als creatief therapeut in het Sint Radboudziekenhuis in Nijmegen. Ook geeft hij les op de academie in Arnhem en publiceert hij over beeldende kunst in het Gelders Dagblad.
Toen ik nog heel jong was ging ik met vriendjes naar het Arnhems Museum. We gingen vaak ’s avonds, dat vond ik heel spannend. We waren erg onder de indruk van de magisch realisten en Sluyters, maar ook Dick Ket vond ik heel bijzonder. Na de middelbare school ging ik naar de Academie in Arnhem, de vrije richting. Aanvankelijk was ik vooral bezig met het verwerven van bekendheid met mijn werk. Naarmate ik ouder wordt, gaat het mij echter steeds meer om de inhoudelijkheid. Na de Academie heb ik negen maanden in de contraprestatie gezeten. Daarna heb ik bij De Werkschuit gewerkt, waar we ons bezighielden met creatieve cursussen voor kinderen en volwassenen. Voor De Werkschuit ben ik een kadercursus gaan volgen. In verband met persoonlijke omstandigheden was ik genoodzaakt een vaste aanstelling te zoeken. Die vond ik in de psychiatrie waar ik inmiddels 25 jaar werk als creatief therapeut. Langzamerhand ben ik daar ingegroeid en heb ik geleerd met mensen om te gaan. Later ben ik ook nog les gaan geven op de deeltijdopleiding op de Academie, Sommige mensen vragen zich af waarom ik voor twee werkkringen kies: de Academie en de psychiatrie. Natuurlijk is de Academie meer mijn pakkie an, maar bezuinigingen, jaarcontracten en gastdocentschappen bieden weinig zekerheid. En de afwisseling houdt me wakker. In de psychiatrie kom je mensen tegen die zijn vastgelopen. De begeleiding die ik geef, is afhankelijk van de vraagstelling. Dat geldt ook voor mijn docentschap. Ik breng studenten en patiënten techniek bij om hun eigen ervaringen vast te leggen. Binnen de opdrachten die ik geef moet ruimte zijn de eigen identiteit te benadrukken. Ik streef er naar dat techniek en inzicht samengaan met medium en individu. Af en toe schrijf ik over tentoonstellingen in het Gelders Dagblad. Dat zijn geen recensies. Ik verstrek alleen informatie, Ik ken het vak, de beweegredenen van de kunstenaar en het materiaal, maar ik wil de kijker zelf laten oordelen. Ik ben al lang lid van GBK. Aanvankelijk was dit uit oogpunt van belangenbehartiging maar sinds ik een baan heb, ben ik aangesloten uit sociale overwegingen, uit loyaliteit met andere kunstenaars en om mijn identiteit als beeldend kunstenaar vast te houden. Ik exposeerde wel eens in de Gele Rijder, maar op een gegeven moment paste mijn werk niet meer in het tentoonstellingsbeleid. De uurtjes die resten in mijn drukke werkweek besteed ik zoveel mogelijk op mijn atelier. Achter mijn huis heb ik een atelier gebouwd waar ik kleine dingen maak, in het centrum van Arnhem deel ik een atelier met een andere kunstenaar. Hier is ruimte voor grotere werken. Ik heb geleerd economisch met mijn tijd om te gaan en het kost me gelukkig weinig moeite op gang te komen. Ik heb een rustpunt gevonden in een steen. Uiteindelijk bleef één steen uit de tuin over. Deze steen, die ik vermoedelijk een keer bij het tuincentrum heb gekocht, is nog steeds vertrekpunt van mijn werk. Sommigen noemen het een obsessie. Ik spreek zelf liever van een fascinatie. Mij gaat het helemaal niet om de steen, het gaat om de betekenis van die steen. Die steen kan alle ideeën weerspiegelen. In mijn werk gebruik ik dingen die spontaan en schijnbaar toevallig gebeuren. Zo veroorzaakte een opspringende tak eens een gat in een schilderij. Dat gat heb ik gebruikt, ik heb er bewust geen moeite voor gedaan om het te repareren, maar heb het onderdeel laten uitmaken van het schilderij. Ik ben gefascineerd door het veranderen van de verschijningsvorm van de dingen gedurende de dag. Dit uitgangspunt gebruik ik bij die steen ook: ik leg het beeld van de steen vast met foto’s, die ik gebruik als vertrekpunt van mijn schilderijen. Je kunt je bij die foto’s bijna niet voorstellen dat het steeds om dezelfde steen gaat. Het moment van de foto bepaalt onder andere de kleur en de schaduw. Ik ben van plan een keer een computeranimatie te maken, waardoor de stenen tot leven lijken te komen. Ooit zal ik ophouden met de steen als leidraad voor mijn werk te nemen. Ook dat proces is eindig. Het lijkt mij mooi om er in 2004 mee op te houden. Dan ben ik er bijna negentien jaar mee bezig en dat is dezelfde tijdspanne dat in Stonehenge de zon, de maan en een van de stenen eenzelfde stand ten opzichte van elkaar innemen. Ik vind dat een mooie natuurlijke cyclus. Ik ben niet zo bezig met het maken van publiciteit voor mijn werk, misschien hangt dat ook wel samen met het feit dat ik in mijn bestaan verzekerd ben. Tentoonstellingen komen op mij af. Mijn eerste expositie is vermoedelijk in het Besiendershuys in Nijmegen geweest. In 1965 deed ik mee aan een tentoonstelling van jonge Nederlandse kunstenaars in Den Haag. Verder is mijn werk regelmatig in het kader van uitwisselingen in Duitsland te zien geweest. Maar mijn werk is voornamelijk in deze regio bekend, hier zijn ook aankopen gedaan door musea. Vlak na de Academie kreeg ik opdrachten voor wandschilderingen in uitgaansgelegenheden. Ik heb wel eens concessies in mijn werk gedaan om het beter te verkopen. Achteraf heb ik daar spijt van. In café De Maf in Arnhem bijvoorbeeld, maakte ik een schildering in de stijl van de flower power. Mijns inziens is het een zwak punt wanneer je al te zeer voldoet aan een opdracht. De zuiverheid is dan niet aanwezig, het komt dan niet uit je zelf. Het mag niet alleen om uiterlijke esthetiek gaan. Ik realiseer me dat kunstenaars zich tegenwoordig moeten opstellen als ondernemer, al vind ik dat dit niet in het extreme getrokken moet worden. Iedereen moet zijn eigen verantwoordelijkheden nemen. Maatschappelijke verantwoordelijkheid vind ik een groot woord, maar het uitgangspunt moet integer zijn. Het werk kristalliseert zich zelf uit, ik geniet van dat proces. Zelf ga ik steeds zuiverder om met mijn werk. Ik denk dat ik daarom ook meer waardering vind. Integriteit is kwaliteit, dat slaat op mensen over. Aan de andere kant: als je alleen je eigen interesse volgt, kan het zijn dat mensen afhaken, maar dat heb ik er voor over.